Voordelen niet-elektrische auto’s afgeschaft
Sinds 1 januari 2017 zijn er diverse (zakelijke) voordelen voor niet-elektrische auto’s afgeschaft. Dat betekent dat met name de hybride en zuinige auto’s “een stuk minder aantrekkelijk" zijn geworden (volgens de Volkskrant) , zowel zakelijk vanwege de nieuwe bijtellingsregels als particulier vanwege de aangepaste BPM. We zetten het afschaffen van de verschillende voordelen voor de niet-elektrische auto’s op een rij, net als de beweegredenen van de overheid om hier op deze manier mee om te gaan.
Welke voordelen zijn er afgeschaft?
Lage bijtelling
Concreet gaat het om het afschaffen van de lage bijtelling voor elektrische auto’s, het afschaffen van de lage bijtelling voor zuinige niet-elektrische auto’s en de BPM voor particulieren die minder CO2-afhankelijk is geworden. Het zijn drie maatregelen die ervoor zorgen dat een (zuinige) niet-elektrische auto beduidend minder voordeel oplevert dan in 2016.
1. Lage bijtelling voor hybride auto’s
Hybride auto's nu 22% bijtelling per jaar
De bijtelling voor hybride auto’s (HybridgeAuto.EU) bedroeg in 2016 nog 15% per jaar, op basis van een CO2-uitstoot van 1 tot maximaal 50 gram per kilometer. Het waren de hybride-modellen die deze scores wisten te behalen en daarmee een stuk goedkoper bleken dan de auto’s met alleen een verbrandingsmotor. Hier is per 1 januari 2017 verandering in gekomen. De hybride auto’s vallen nu gewoon onder het reguliere tarief van 22% bijtelling per jaar.
Dat betekent dat er alleen met een sluitende rittenregistratie nog voordelig met een hybride auto te rijden valt. Door aan te tonen dat er jaarlijks minder dan 500 kilometer privé met de auto gereden wordt hoeft daar geen bijtelling over te worden betaald.
2. Lage bijtelling voor zuinige niet-elektrische auto’s
Vanaf 2017 ook 22% bijtelling per jaar
Ook de lage bijtelling voor zuinige niet-elektrische auto’s is op de schop gegaan, waardoor er een aantal voordelen zijn afgeschaft. Sommige van de kleinere zakelijke auto’s kwamen in aanmerking voor 15% bijtelling. In veel van de gevallen was er sprake van 21% bijtelling, op basis van 51 tot maximaal 106 gram CO2 per kilometer. Sinds 1 januari 2017 maakt dat geen verschil meer. Alle niet-elektrische auto’s worden nu aangeslagen op basis van 22% bijtelling per jaar. Ook voor deze auto’s kan dus alleen een sluitende rittenregistratie nog voorkomen dat de kosten hoog oplopen. Dat betekent een forse afschaffing van de voordelen voor deze zakelijke auto’s, waardoor met name de kleine en zuinige modellen een stuk minder aantrekkelijk zijn geworden.
3. BPM minder CO2-afhankelijk
Onderscheid tussen conventionele personenauto’s en hybride modellen
Ook de BPM is per 1 januari 2017 aangepast, waardoor er voordelen voor niet-elektrische auto’s verloren zijn gegaan. De overheid maakt nog steeds onderscheid tussen conventionele personenauto’s en hybride modellen, maar de afhankelijkheid van de CO2-uitstoot is een stuk kleiner geworden.
Dit volgt onder andere uit de verhoging van de vaste voet in de BPM voor conventionele personenauto’s. Die stijgt van €175 naar €353, waardoor met name de meer zuinige modellen een hogere BPM krijgen dan voorheen het geval was. Er is nu standaard sprake van €353 aan BPM, vermeerderd met €2 per extra gram CO2 per kilometer. Dit geldt tot een grens van maximaal 72 gram per kilometer. Daar boven gelden schalen die lopen vanaf 76 tot en met 102 gram per kilometer, vanaf 102 gram tot en met 150 gram per kilometer, vanaf 150 gram tot 168 gram per kilometer en voor auto’s die 168 gram per kilometer of meer aan CO2 uitstoten. De vaste voet is sinds 1 januari 2017, respectievelijk, €353, €505, €2.221, €9.181 of zelfs €13.465. De meest vervuilende niet-elektrische auto’s zijn nog steeds het duurst in de BPM, maar de voordelen voor de zuinige modellen zijn voor een deel afgeschaft.
Alleen auto’s die 0 gram CO2 per kilometer uitstoten (elektrische auto’s) zullen tot en met 2020 nog worden vrijgesteld van BPM.
Voor hybride auto’s gelden er andere BPM-tarieven. Ook die zijn aangepast, waardoor er enig voordeel verloren is gegaan. Dat neemt niet weg dat auto’s die 0 tot 30 gram CO2 per kilometer uitstoten en gebruik maken van een hybride aandrijflijn een vaste voet van €0 betalen, waar per gram CO2 vervolgens €20 bij komt. Voor de auto’s tussen 30 gram en 50 gram CO2 per kilometer geldt er een vaste voet van €600 met €90 per extra gram CO2. Voor auto’s die 50 gram of meer CO2 per kilometer uitstoten met een hybride aandrijflijn geldt een vaste voet van €2.400 met een extra tarief van €300 per gram CO2.
Houd er rekening mee dat er een dieseltoeslag geldt voor auto’s met een dieselmotor. Die bedraag €86,69 en is daarmee een paar euro hoger dan vorig jaar. De toeslag geldt voor dieselauto’s die meer dan 65 gram CO2 per kilometer uitstoten.
Afgeschaft voordeel van de MRB
Forfaitaire gewichtscorrectie niet langer van toepassing
Tenslotte wordt er een aanpassing gedaan in de motorrijtuigenbelasting (MRB), waardoor er opnieuw wat voordeel verloren gaat voor niet (volledig) elektrische auto’s. Er was sprake van een forfaitaire gewichtscorrectie van 125 kilogram voor auto’s met een elektromotor. Die correctie is per 1 januari 2017 komen te vervallen, waardoor de MRB in de meeste gevallen hoger uit zal vallen dan tot op heden het geval was.
Waarom zijn de voordelen voor niet-elektrische auto’s afgeschaft?
Inkomsten uit de autobelastingen
De overheid heeft jarenlang een actief beleid gevoerd om zuinige auto’s zowel zakelijk als privé aantrekkelijker te maken. Het werd minder belangrijk om een sluitende rittenregistratie bij te houden, omdat de bijtelling laag uitviel en het relatief voordelig was om de zuinige auto’s zowel zakelijk als privé te gebruiken.
De overheid had niet kunnen voorspellen dat de fiscale voordelen zoveel mensen zouden aanspreken. Met name de zuinige niet-elektrische auto’s bleken erg populair, net als de hybride modellen. Dat zorgde ervoor dat de overheid veel inkomsten misliep uit de reguliere autobelastingen. Het heeft er in Nederland voor gezorgd dat we op grotere schaal zuinig zijn gaan rijden en gebruik zijn gaan maken van hybride modellen. Om de inkomsten uit autobelastingen weer op peil te brengen en de nadruk meer te leggen op de elektrische auto heeft de overheid ervoor gekozen om een aantal aanpassingen door te voeren. Dat betekent in de praktijk dat vooral de elektrische auto op dit moment nog (zakelijk) fiscaal voordeel oplevert. De hybride modellen en niet-elektrische auto’s zijn een stuk minder voordelig geworden, zelfs wanneer ze een laag gewicht aan CO2 per kilometer uitstoten en daarmee een stuk zuiniger zijn dan veel van de andere auto’s die er beschikbaar zijn.
De goedkoopste zakelijke auto
Inkomsten uit de autobelastingen
Een hybride auto zoals de Volkswagen Golf GTe is vanwege het afschaffen van de fiscale voordelen sinds 1 januari 2017 een stuk duurder geworden dan vorig jaar. De auto heeft een cataloguswaarde vanaf €39.961. Dat betekent bij de oude bijtelling van 15% per jaar een bedrag aan bruto-bijtelling van €499 per maand. Dat is een fors bedrag, maar een stuk minder dan de ruim €732 die de auto binnen de nieuwe bijtellingsregels per maand moet kosten. Het betekent een verschil van bijna €2.800 per jaar, terwijl er sprake is van dezelfde zuinige aandrijflijn als vorig jaar.
Het zijn met name de zuinige zakelijke (niet-elektrische) auto's die er een stuk minder voordelig op zijn geworden. Toch voordelig blijven rijden met de auto’s waarvoor nu weinig tot geen fiscaal voordeel meer beschikbaar is? Met een sluitende rittenregistratie is het eenvoudig om aan te tonen dat de auto privé niet meer dan 500 kilometer per jaar gebruikt wordt. Het is dan niet nodig om bijtelling over de cataloguswaarde van de auto te betalen.